Niet alleen in personenvervoer en logistiek, maar ook in de bouw is de transitie naar elektrisch ingezet. Sterker nog: de bouw- en infrasector zou wel eens de snelste transitie kunnen doormaken van alle sectoren. De sector is nog gevoeliger voor uitstootplafonds (o.a. stikstof) dan de transportsector, omdat dit direct leidt tot het stilleggen of niet doorgaan van projecten. De nood is dus hoog. Daarnaast kan de bouw mooi meeliften op de ervaring die in de transportsector is opgedaan. EVConsult werkt samen met diverse opdrachtgevers aan het versnellen van deze transitie in de bouwsector, waarbij we kunnen putten uit de parallellen met de elektrificatie personen- en goederenvervoer. Daarnaast dragen we bij aan onderzoek op dit onderwerp. In dit tweede artikel in de serie emissieloos bouwen staat het afstudeeronderzoek van TU Eindhoven student Ewout Timmermans naar openbaar aanbestedingsbeleid centraal.
In ons vorige artikel las u over de transitiepaden Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Het hoge ambitieniveau van de transitiepaden (2028 volledig emissieloos voor licht materieel en 2035 voor al het materieel) vraagt om actie vanuit zowel de markt als overheid om barrières te doorbreken en daarmee snel op te schalen.
Vooral in de Grond-, Weg-, Waterbouw (GWW-)sector is de overheid hierbij aan zet. Echter, het aanbestedingsbeleid dat innovatieve ZE oplossingen stimuleert is uitdagend en aanbestedingsbarrières kunnen het proces dwarszitten. Daarom heeft Ewout bij EVConsult onderzoek gedaan naar de volgende onderzoeksvraag:
‘Hoe kan openbaar aanbestedingsbeleid worden verbeterd om de kans op succes te vergroten van de missie voor ZE bouwmaterieel in 2030 in de Nederlandse Grond-, Weg-, Waterbouw?’
Aanpak
Om de verbeteringen inzichtelijk te maken is onderzoek gedaan naar de relatie tussen de barrières voor de implementatie van ZE bouwmaterieel en aanbesteding barrières. Aan de hand van 27 interviews met experts in de GWW-sector op het gebied van aanbesteden en ZE bouwmaterieel is overzicht gecreëerd. Zo is er gesproken met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, waterschappen, gemeenten, aannemers, netbeheerders, kennisinstituten en bouwmaterieel fabrikanten.
Conclusies en aanbevelingen
Ewout heeft drie hoofdbarrières gesignaleerd en hier aanbevelingen bij gedaan.
1. Gebrek aan mobilisatie van energie-infrastructuur Gebrek aan mobilisatie van energie-infrastructuur (bijv. netaansluiting) belemmert de implementatie van ZE bouwmaterieel waardoor projecten vertragen of niet ZE worden uitgevoerd. Binnen aanbestedingen is er een gebrek aan identificatie en facilitering van energie-infrastructuurbehoeften voor aannemers.
Aanbeveling: Publieke opdrachtgevers moeten voordat een aanbesteding op de markt wordt gezet de energie-infrastructuurbehoeften identificeren, en starten met het faciliteren van deze infrastructuur door het aanvragen van netaansluitingen of voorziening van laadinfrastructuur. Bovendien moet deze rolverdeling duidelijk worden vastgelegd in aanbestedingen zodat er geen ambiguïteit kan zijn tussen opdrachtgever en -nemer.
2. Gebrek aan verspreiding van kennis Gebrek aan verspreiding van kennis creëert een groeiende kloof tussen de koplopers (partijen die ZE bouwen) en het peloton (partijen met geen ZE bouw ervaring). Dat terwijl kennis delen instrumenteel is voor innovatie en het versnellen van de transitie. Bouwprojecten waarbij ZE materieel gewenst is, worden vaak klassiek aanbesteed met gunningscriteria gericht op ZE bouwmaterieel. Hiermee kan dus een competitief voordeel worden behaald als je als aannemer ervaring hebt met ZE bouwen. Hoewel deze concurrentie voor een gezonde marktprikkel zorgt, werkt het kennisverspreiding tegen. En dat werkt op de lange termijn averechts.
Aanbeveling: Publieke opdrachtgevers moeten (wanneer dat kan) werken met innovatievriendelijke aanbestedingsprocedures zoals bouwteam, twee-fase contract, alliantiecontract of in consortia. In de aanbestedingsprocedure kan ZE-materieel dan beter in de eisen worden opgenomen dan in de gunningscriteria. Daarnaast is een verschuiving van projectmatig naar programmamatig werken van belang. Zo kunnen binnen vervolgprojecten de geleerde lessen geconsolideerd worden, zodat kennis gedeeld en opgebouwd wordt.
3. Gebrek aan consistente langdurige ZE bouwmaterieel Gebrek aan consistente langdurige ZE bouwmaterieel uitvraag vanuit publieke opdrachtgevers belemmert marktvorming. Daardoor ervaren aannemers risico’s voor de langdurige inzet van ZE bouwmaterieel. Vaak ontbreekt het bij decentrale overheden nog aan een lange termijn visie op het gebied van ZE bouwen. Ook kampen zij in aanbestedingen met een gebrek aan kennis, capaciteit en skills, en weten zij niet goed hoe ze innovatie hierin een plek kunnen geven.
Aanbeveling: Belangrijk is om voor de markt een investeringsperspectief te creëren op de lange termijn zodat aangeschaft ZE bouwmaterieel kan worden afgeschreven over meerdere projecten. Een mogelijkheid om dit toe te passen is in raamcontracten, waarin direct de lange termijn behoeften van de opdrachtgever te kennen kan worden gegeven aan de markt. Daarnaast is het belangrijk dat er ZE bouwmaterieel aanbestedingsstandaarden worden gemaakt voor RAW contractsystematiek. Gemeenten maken veel gebruik van deze standaarden om niet het wiel opnieuw uit te hoeven vinden.
Vervolg
De publieke opdrachtgevers die betrokken waren bij het onderzoek van Ewout, waren tevreden met de resultaten en gaan met zijn aanbevelingen aan de slag. Daarnaast is hij met vlag en wimpel afgestudeerd aan de TU Eindhoven.
EVConsult zet zich in om ambitieuze opdrachtgevers te helpen hun strategie rondom ZE bouwen uit te werken, en daarnaast het gat tussen de koplopers en het peloton te dichten. Werk jij voor een opdrachtgever in de GWW en heb je vragen over jullie ZE bouw strategie? Neem dan contact op met Irene Overtoom.